zondag 26 juli 2015

Peluqueria ecologica ... als je haar maar goed zit

Ik waarschuw alvast vooraf .... mogelijk wordt dit een echt 'vrouwenpraatje'.

In een verwoede poging om mijn haar te laten groeien, loop ik al enkele weken in twijfel of ik nu wel of niet een kapper moet gaan bezoeken. Hoe leg je in het Frans of Spaans uit, dat je wel geknipt wil worden, maar er mag eigenlijk niets af (un petit peu? of un poco?) en zal ik die pony nu wel of niet verder laten doorgroeien? (Wat een lastige 'levensvragen'? ) Ik ben al een heel eind, maar de tol die ik ervoor betaal is of hele dagen een pet op of een bus haarlak erin (tip van vriendin). Tel daarbij zon en zeewater op en mijn haar raffelt, klit en breekt. Bij iedere borstelbeurt heb ik het idee dat er meer haar in de borstel zit dan dat er nog op mijn hoofd overblijft.

s'Avonds om 19 uur zie ik in Getxo een aardig zaakje. Hoewel er op de deur staat dat ze om 19 uur sluiten, zie ik ze binnen nog bezig met kapwerk. Een van 2 kapsters spreekt goed Engels en vertelt dat ik de volgende dag geknipt kan worden.




Douchen

In de baai van Gexto en Portugaleze (voorsteden van Bilbao) liggen we enkele dagen voor anker. Dat geeft vrijheid en rust, maar qua voorzieningen ben je op jezelf aangewezen. Soms kan je tegen betaling gebruik maken van de sanitaire voorzieningen van een jachthaven, maar dat is meestal een uitzondering.
Wij hebben aan boord een 40 l. boilertje, die gevoed wordt door 220 V of een klein half uurtje de motor stationair laten draaien.
Een van de ochtenden worden we wakker van een stevige regenbui. Mijn reflex is omdraaien en nog een uurtje doorgaan. Hopen dat het dan overgewaaid is. Helaas is dit niet het geval en besluit om er dan maar dankbaar gebruik van te maken. Douchen op het achterdek. Het ging goed totdat ik helemaal ingezeept stond en de regen overging in zeer geringe miezel. Kon ik nog naar beneden om 't zeep af te spoelen...

donderdag 23 juli 2015

Bilbao

Het is weer tijd voor een dagje cultuur. Ik heb een aantal bezienswaardigheden uitgezocht en we bekijken wel hoever we komen. Allereerst bekijken we de hangbrug bij Portugalese. Nico maakt nog een tripje bovenop de brug, ik zie het prima vanaf de onderzijde (ha, ha).
Natuurlijk mogen we het Guggenheim museum niet overslaan. Eerst fotograferen net als iedere andere toerist uitvoerig de buitenkant.

Naar Baskenland

De volgende 2 dagen zeilen we in dagtripjes naar Baskenland en bereiken de hoofdstad Bilbao. Tenminste  ... bijna, want je kunt met een jacht niet tot aan deze stad komen. We ankeren bij de voorsteden Portugelese en Gexto. Onderweg hebben we goed weer en eenmaal ankeren voor een paar uurtjes bij een baaitje, waar ik mijn zwemslagen weer mag oefenen. Nico past natuurlijk op de boot (ha, ha ...).

Daarna hebben we een rustig dagje aan boord door de 3 fronten, die ons passeren en veel nattigheid naar beneden geven. Dit kon niet uitblijven, omdat het steeds warmer en benauwder werd.

We liggen weer voor anker voor de boulevard: echt een moordplekkie. Gaan met de dingky naar de kant bij de jachthaven. Omdat dit een afgesloten stuk is, worden we behendig om over het hek te klimmen en langs de reling te lopen om bij ons bootje te komen. Misschien een beetje omslachtig, maar het geeft wel een veilig gevoel. Hoewel ... als wij het kunnen, kunnen anderen het ook.


3de autodag

s'Morgens is het grauw en grijs, we kijken elkaar aan en onze blik zegt al genoeg. Geen Pico vandaag. We rijden lekker in westelijke richting langs de kust en bezoeken 3 havenplaatsjes. De meeste haventjes zijn namelijk gedeeltelijk droogvallend en we willen graag zien of wij er met ons diep stekend jacht ergens (langs) kunnen liggen of ankeren. Waarschijnlijk zal dat dit jaar niet gebeuren, maar toch wel ergens in de komende jaren. We zijn ondertussen verslingerd geraakt aan dit vaargebied en brainstormen wat af om mogelijkheden te bedenken hoe we een van de volgende jaren hier weer in deze omgeving kunnen varen. De pilots zijn niet altijd up to date, zodat het fijn is als je zelf gezien hebt hoe de locale omgeving eruit ziet voordat je een vreemde haven binnenvaart.
Het wordt een heerlijke dag met hier een kopje koffie, dan een lunch, vervolgens weer een bakkie, een wijntje en weer het warme eten. Wat kan het leven toch eenvoudig zijn!

Van oud ijzer heeft een kunstenaar diverse speeltoestellen gemaakt.
 
 

Picos d'Europa

De volgende dag rijden we weer het binnenland in, nadat we nog even het oude kasteel van San Vicente hebben bekeken.


We rijden naar Fuente De, waar je met een kabelbaan zo'n 750 m omhoog kunt komen en van daaruit wandelingen in de bergen kan doen. Het is al te laat in de middag om nog een dagtocht aan te vangen. Morgen is er volgens de Nederlandse VVV info dame slecht weer voorspelt, maar dat kan boven in de bergen zomaar anders uitpakken. We twijfelen: nu wel of niet boven kijken? Na een ijsje besluiten we toch naar boven te gaan, een tochtje te maken naar de dichtstbijzijnde hut en dan weer terug met de kabelbaan. Als het ons goed bevalt, komen we morgen om 9 uur terug voor een serieuze dagtocht. In de kabelbaan schijnt het erg mooi geweest te zijn. Ik kan het niet beamen, want mijn blik was gericht op de rug van Nico en had twee handen nodig om hem zowel bij z'n schouders als bij zijn broekriem beet te houden. Ik heb nl. hoogtevrees en dat ik in zo'n gondel ben gegaan is al een hele overwinning opzich.

We wandelen anderhalf uur door het ruige landschap. Onderweg komen nog een aantal grote runderen tegen, die midden op het pad blijven staan. Ik ben ook niet zo'n dierenheld en heb weer Nico's steun hard nodig om vooral door te lopen.

Eigenlijk is het de bedoeling om in het historische stadje Potes een hotelletje te zoeken. Maar het is er zo ontzettend druk, dat we er van af zien. En automatisch rijden we richting kust. Het is maar 1,5 uur rijden en door dit mooie landschap ben je er zo.We overnachten in Llanes: lekker lobster gegeten aan de haven, maar stadje zelf is ook weer erg toeristisch.

Tripje binnenland

Inmiddels hebben we gelezen dat het mooiste stukje kustlijn met op de achtergrond het gebergte van de Pictos d"Europa westelijk van ons ligt. Maar we willen ook nog enkele plaatsen oosterlijk aandoen en onze tijd hier is beperkt.
En omdat we ook nog een mooie grot willen bezoeken, huren we voor 3 dagen een auto en gaan 't binnenland in. Tenminste dat was de bedoeling.

We bezoeken als eerste de grotten van El Saploa. Wat een prachtige tocht ondergronds. Behalve de gebruikelijke kleuren wit, rood en groen, zien we zelfs zwarte 'druipers' hangen. Natuurlijk staan er ook nog genoeg omhoog.

Na het bezoek rijdt de auto als vanzelf richting kust. In de pilot (vaargids) stond er een mooi fotootje van het volgende oostelijke havenplaatsje en omdat dit maar 25 km verderop is, besluiten we daar een hapje te gaan eten. Het wordt een uitgebreide fruit de mer schotel in San Vicente de la Barquera. Behalve een heerlijke maaltijd (waar we overigens de rest van de dag genoeg aan hadden), is het ook een schattig havendorpje, waarvan de helft van de haven droogvalt bij eb. Aan de overkant is een strandje en gelukkig heb ik op het allerlaatste moment nog een badpak ingepakt. Afdrogen doe ik met m'n spijkerjasje.
Omdat we geen afscheid kunnen nemen van dit dorpje en het water, boeken we een hotelletje op het uiterste puntje van de haven, zodat we een geweldig uitzicht hebben op het dorp, de haven en de zee.
s'Avonds is er een feest met een 3 uur durende optreden van een grote band met verschillende zangers, dansers, die werkelijk heel veel muziekstijlen ten gehore brengen. Helaas niet allemaal even zuiver, maar ach ... wat geeft het!

Santander

We blijven 2 dagen in Santander, waar we vooral genieten van elkaar en van de stad.

Nog wat leuke kiekjes:

? Hablas espagnol?

s'Morgens vroeg om 4 uur word ik wakker van het ankeralarm. Dit kan je instellen op de kaartplotter, zodat als je buiten een bepaalde limiet komt (buiten een reikwijdte) er een alarm afgaat. Als het anker niet houdt in de grond en gaat krabben (aan de haal gaat) en de boot zich dus verplaatst, word je door zo'n alarm hiervan op de hoogte gesteld. Helaas gaat het ook wel eens voor niets af, want ook nu stond er nog ruim 7 m water onder de kiel.
Ik ga buiten kijken en zien dat het nog steeds gezellig druk is, zonder dat we er last van hebben. Of we slapen goed.

Ook s'morgens zijn we onder de indruk van het uitzicht. Met de dingky (rubberen bijbootje) gaan we naar de luxe jachtclub, waar we uiterst vreindelijk worden geholpen, terwijl ze niets aan ons verdienen. De receptioniste legt ons uit waar we de VVV, bank, bakkerij en supermarkt kunnen vinden. En als we haar toevallig later tijdens haar lunchpauze in de stad tegenkomen, brengt ze ons naar een lokaal restaurantje.

s'Middags bezoeken we het Maritiem Museum, ditmaal met een mooi aquarium, oceanografie en de geschiedenis van de schelpvisserij. En dan is het weer hoogtijd voor een terrasje en s'avonds een pintox (tapas) restaurant. We vervelen ons echt niet!

Aankomst 43 grd 27 min 27 sec Noord, 01 grd 47 min 33 sec West

Wat een blijdschap om weer heelhuids aan te komen en Spanje bereikt te hebben. s'Nachts om 00:15 uur varen we de haven binnen en ankeren vlak voor de boulevard. Daar is het nog steeds gezellig druk. We zijn vooral blij en trots. We kijken onze ogen uit: indrukwekkende gebouwen, overal lichtjes en de Spaanse vlag. Ondanks de vermoeidheid zitten we nog ruim een uur in de kuip te genieten van het geweldige uitzicht.


We hebben de Golf overgevaren en Santander bereikt!!

Samen fietsen

De Belgische dame van gisteravond had ons een fietstochtje rond het eiland aanbevolen. Nico kreunt nog wat, wel 29,8 km. "Nog geen 2 uur ... waar hebben we het over!", verzucht ik. Na een goede lunch stappen we op de fiets en gaan richting de kust. Het kustpad ziet er op het kaartje echt leuk uit, langs het oude fort en diverse kleine baaitjes. Al vrij snel komen we erachter dat het fietspad niet is zoals wij verwachten van een fietspad. Onverhard, vol met kuilen en stenen en soms zo smal dat de doornstruiken onze benen open halen. Ik moet toegeven dat we het rondje eiland niet in 2 uur gaan halen en misschien is een heel rondje ook wel niet zo'n goed idee voor vandaag (of morgen overigens ook niet, maar dat zeg ik er even niet bij).
We willen het oude fort bezoeken, La vieux chateau, maar op het bordje staat: Ouvrier tour les journees seul le samedi. Het is vandaag zaterdag!

Dan proberen we door de spijlers van het fort nog een kijkje naar binnen te doen en bekijken het uitvoerig van buiten.
 
Het vervolg van het fietstochtje wordt toch iets minder ambitieus, we halveren het eiland en nemen regelmatig een stop bij een klein baaitje.
 
 

Visdagje

Als ik s'morgens brood ga halen op Ile dÝeu kom ik langs een grote Poissonerie. Zoals je wel vaker in het buitenland ziet, is de voorgevel helemaal weggeschoven. Op straat staan 2 grote bakken met levende kreeften, langoesten en krabben: best grote exemplaren. Binnen is er een toonbank van zo'n 25 m lang met een zeer groot assortiment aan vis. De laatste 5 m is gevuld met schelpdieren met alleen al 6 verschillende soorten oesters.
Ik sta bijna te kwijlen als een kind voor een snoepwinkel. Dit kan ik niet zomaar voorbij laten gaan, ik ga achteraan de rij staan, die tot ver buiten op de stoep reikt.
Natuurlijk koop ik een plat visje voor het avondeten en aardig wat oestertjes.

Deze zaterdag gaan we met de fiets het eiland verkennen, op aanraden van de Belgische dame van gisteravond. Voordat Nico zo'n prestatie gaat leveren, moet er eerst wel wat geluncht worden. Helemaal aan 't eind van de boulevard vinden we een leuk tentje. Ik bestel een salade del mar en krijg een gigantisch bord met sla en diverse zeevruchten. Het is allemaal te lekker om dit te laten staan, maar 't kost mij wel wat moeite.

Na ons fietstochtje doen we aan boord nog een borrel met de oestertjes en s'avonds serveer ik na het nodige vis-slacht-werk (in Nederland doet de visboer dit altijd) nog een platvisje.
Het gebruikelijke vis-olie pilletje bij het avondeten laten we vandaag schieten.

Ile d'Yeu (10 en 11 juli)

Vanuit Crouesty varen we naar Ile d'Yeu; inderdaad het eiland van plezier.
Het eiland deed mij sterk denken aan ons favoriete waddeneiland Terschelling. Op iedere hoek van de straat kun je een fiets huren, en ook in allerlei soorten. Mooie fietsroutes, gezellige drukte, ontspannen sfeer.
Er komt s'avonds een Belgische dame met zoonlief bij ons langs en vertelt dat ze zelf een Moody 367 hebben (iets kleiner maatje) en vraagt heel beleefd of ze binnen mogen kijken bij ons. Ze willen hun schip gaan gebruiken voor jongeren weekenden en het creeeren van een extra slaapplaats is nog wel een wens cq must. Natuurlijk mag dat! Zij hebben een 2de huis in Noirmoutier (ietsjes verderop) met steiger en schip voor de deur. Ze varen veel in deze omgeving en geven ons allerlei tips over het eiland. Het wordt onverwachts nog een hele gezellige avond met de voertaal Engels.
 
Achteraf hoorden we dat zoonlief in Antwerpen studeert (Marine Academie) en denk ik stiekem dat in ieder geval hij best redelijk Nederlands of in ieder geval Vlaams kan verstaan.

Crouesty (8 juli)

Voor een eventuele oversteek naar Spanje hebben we een volle brandstoftank nodig. Helaas heeft niet iedere haven een tankstation. In deze omgeving moeten we daarvoor naar Crouesty. Dat ligt net de Golf van Morbihan uit en dan bakboord uit (links af). We vertrekken met bewolkt, grijs en grauw weer. Ze zien regelmatig 30 knopen op de teller staan (7 Bft). Dit was niet voorspeld!
Na het tanken besluiten we in Crouesty te blijven. Nico voelt zich niet zo lekker en het weer is ook niet echt aanlokkelijk.

Crouesty heeft een gigantische jachthaven met alle denkbare faciliteiten. Kleinere motorboten staan geparkeerd op de kant in een stelling, letterlijk bovenop elkaar. Ze worden met een forklift van deze stelling afgehaald en met een botenlift in het water gelaten. Dit gaat zo de hele dag door. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog kranen, die grotere schepen in- en uit 't water halen. Een grote bedrijvigheid.

Aan de jachthaven ligt een boulevard, die weinig afwijkt van hetgeen er elders, bijvoorbeeld in Scheveningen, ligt. De Bretonse charme is hier ver te zoeken.
Desalniettemin slenteren we over de boulevard, kopen nog een visplankje (voor achter de boot) en proberen uit de wind een terrasje te vinden. Helaas hebben we beiden weinig tot geen kaas gegeten van vistechnieken, maar zodra we onze eerste tonijn hebben gevangen, zullen we daar zeker over berichten met foto (ha, ha ...).

woensdag 15 juli 2015

Wispelturig

Na 1 overnachting laten we Crouesty voor wat het is. We willen vandaag graag het populaire vakantie eiland Bell' Ile halen. Maar de koers, die we moeten halen, is 'te hoog' voor ons. Een zeilboot kan niet recht tegen de wind in varen, want dan komt er geen wind in de zeilen. Als je iets (ongeveer 30 grd) van de wind afstuurt, dan komt er net wind in de zeilen en kom je vooruit. Om de koers te corrigeren, moet je gaan kruisen. Dit betekent dat je om de zoveel tijd moet zorgen om de koersafwijking te corrigeren door de wind aan de andere kant van de zeilen te laten binnenkomen (30 de andere kant opsturen, in totaal 60 graden terugsturen). Deze manouvre heet overstag gaan. En we hebben niet zoveel zin om te gaan kruisen: iedere keer overstag te moeten gaan.

We zijn dus te lui en koersen op de 2 kleine eilandjes achter Bell'Ile af: Houat en Hoet. Na 2 uur heerlijk zeilen zijn we daar al en vinden het eigenlijk jammer om te moeten stoppen. We maken haaks een bocht en koersen af op La Turballe, waar we s'avonds aankomen.

Een klein haventje, waar de havenmeester gewoon tot 21.00 uur aanwezig is (zeer ongebruikelijk in F); zeer vriendelijk en behulpzaam.

We maken een avondwandeling over het 'wilde' strand en zien talloze visjes en garnaaltjes wegschieten als we met blotte voeten door de poeltjes lopen. La Turballe verrast ons.

Hoe aan een oude houten plank te komen?

In Vannes hebben we eindelijk weer een redelijke goede internetverbinding en kan ik daarom gelukkig weer weerkaartjes ophalen van de Engelse MET OFFICE. Daarop zie ik dat de vooruitzichten voor een oversteek naar Noord Spanje gunstig zijn. Het begint toch weer te kribbelen; zullen we toch nog even gaan?
In Noord Spanje zijn er niet zoveel jachthavens en moet je vaak als zeiljacht genoegen nemen met een plaatsje aan een kademuur in de vissershaven. De lokale vissersboten (en de ferries) hebben de gewoonte om met een aardige dot gas de haven te verlaten en binnen te komen. In de boekjes wordt aangegeven dat een oude houten plank, die je tussen je stootwillen en de kademuur vastmaakt (moet dan wel net zo lang zijn als de lengte van het aantal stootwillen, die met de kademuur direct contact maken) bij het hotsen en klotsen door de golven, het 'velletje' van de stootwillen beschermt.
Wij hebben geen oude houten plank aan boord en hoe kom je daar in een vreemde haven aan? Wij hebben geen Gamma of Karwei ontdekt, dus zullen een andere oplossing moeten bedenken.

Gistermorgen, tijdens mijn trimrondje, heb ik gezien dat er verderop een werfje is, waar veel oud hout langs het gebouwtje ligt. Maar ... hoe maak ik dat nu duidelijk in het Frans?
Bij de capitainerie vraag ik of ze dat voor mij in het Frans willen opschrijven, zodat ik dit briefje kan vragen. In plaats daarvan maken ze een tekening, waarmee ik naar de werk ga. Ik mag op de afvalhoop zelf gaan uitzoeken. Helaas geen 1 stuk, wat lang genoeg is, dus kom ik glunderend met 2 korte stukjes terug. Nico boort voor vertrek gaten in beide planken. Zo, wij zijn voorbereid!

Goed- of kwaadwillend?

Terwijl ik boodschappen aan 't doen ben, is Nico 'thuis' aan 't rommelen. Hij wordt vanaf het loopbruggetje in het Engels aangesproken door een 35 jarige Fransman: "Nice ship, well maintained, bla, bla ....". De Fransman loopt om en komt naast ons schip staan en vraag en passant of Nico alleen is. Als Nico daarop bevestigend antwooordt, vraagt hij of we een kurketrekker aan boord hebben en of hij em even kan lenen. Nico haalt de kurketrekker voor hem uit de kombuis en de Fransman haalt een fles rode wijn uit zijn rugtas, die hij open gaat maken. Als de fles open is, vraagt hij aan Nico of hij ook een glasje wil. Hoewel Nico niet spuugt in een glasje rode wijn, heeft hij bij deze uitnodiging geen goed gevoel bij. Hij gaat hem net iets te snel en te 'geslepen'. Hij bedankt voor het aanbod, de fles gaat terug in de rugtas en de Fransman vertrekt. Ik kom net aanlopen met een volle boodschappentas en zie de Fransman vertrekken. Nico staat hem nog verbouwereerd na te kijken. Had de Fransman zien in een praatje en zijn wij onbekend met deze manier van contact maken of had hij andere plannen? We zullen het nooit weten.

zaterdag 11 juli 2015

Fotoshot

De jachthaven van Vannes is eigenlijk een soort pijpelaatje: het ligt aan weerszijden van een kanaal, dat aan alleen nog maar aan 't eind ervan door een weg wordt gescheiden van het oude centrum. Als we aan komen varen, nemen we een mooi plekkie vlak voor de capitainerie (havenkantoor). Pas later zien we dat we voor een voetgangersbruggetje liggen, die nadat de haven op slot gaat (ivm het tij), de ene zijde van de haven met de andere zijde verbindt. Hordes toeristen lopen een groot gedeelte van de dag over dit bruggetje.

Omdat Vannes een directe veerverbinding met Zuid Engeland heeft, komen er veel Engelse toeristen in Vannes. Engelsen zijn nogal chauvinistisch (overigens niet als enigste) en omdat wij een Engelse boot hebben, hebben we redelijk wat bekijks en krijgen we af en toe complimenten. Een echtpaar gaat nog een stapje verder. Ze vragen aan Nico of ze foto's van onze boot mogen maken. "Of course, no problem". Nou hebben onze voorgangers een opstapje laten staan, waar wij nu gebruik van maken om iets makkelijker op de kade te komen. De beste man gaat op het opstapje staan met een voet op voetrailing, neemt allerlei poses aan en zijn vrouw schiet er goed op los met haar camera. Dolgelukkig bedanken ze Nico voor de mooie achtergrond. Wij lachen er later hartelijk om: wij zijn niet zo fotogeniek, maar onze boot wel! :)

donderdag 9 juli 2015

Een kaarsje voor oma

In de familie wordt er altijd hartelijk gelachen om mijn geografisch onvermogen. De kinderen hadden het al vroeg in de gaten: “Als mamma twee de hoek om is gegaan, is ze al de weg kwijt”. Op vakantie heb ik altijd een extra uitdaging, want in iedere nieuwe stad/dorp/gehucht is het voor mij een hele uitdaging om de weg naar een boulangerie of supermarkt te vinden. In Vannes was ik daar al 3 keer langsgelopen of er echt binnen geweest. En ja hoor, ook de vierde keer moest ik met m’n beste frans de weg vragen.
Maar daardoor kwam ik nu wel langs de St. Peter’s cathedral, waarvan de deur openstond. Het oudste deel van deze kathedraal stamt uit 1455. Nadien zijn er kapelletjes aangebouwd, vele delen verwoest en weer herbouwd. Ik vind het heerlijk om rustig door zo’n kerk (kathedraal of basiliek) te lopen, je ogen uit te kijken naar alle pracht en praal en zomaar even uit het hectische leven te kunnen stappen. Wonderlijk om iedere keer te ervaren dat er niet zoveel nodig is om van het drukke commerciele leven (in dit geval een drukke winkelstraat) ineens in stille ruimte te komen en dan ook gelijk andere prettige gedachten te krijgen. Het terugschakelen vind ik minder aangenaam en duurt ook langer.
Dit is een van de redenen om in de vakantie minimaal 1 keer een roomskatholieke kerk te bezoeken, hoewel wij niet actief een religie belijden. In mijn jeugd ben ik gereformeerd opgevoed, totdat ik een recalcitrante puber werd en niets meer van de kerk wilde weten. Pas zo’n 15 jaar later kwam ik door Nico’s familie in aanraking met de roomskatholieke kerk.  Het heftige schoppen tegen de gevestigde orde was toen aardig afgezakt en ik vond de rituelen bij de RK indrukwekkend. Eén ervan heb ik overgenomen van mijn schoonmoeder, namelijk een kaarsje opsteken voor alle dierbaren, die overleden zijn. Zij ging na het overlijden van haar man regelmatig naar een soort klein bedevaartsoordje net over de Belgische grens om daar een kaarsje op te steken. Ondertussen is zijzelf ook alweer 8 jaar overleden. Haar graf hebben we nauwelijks bezocht in die periode, maar ik zal de kans niet laten lopen om een kaarsje voor haar en andere overleden dierbaren aan te steken.


dinsdag 7 juli 2015

Vannes

De Baai van Morbihan is een groot binnenwater, die wel 60 eilandjes omsluiten. Slechts 2 ervan zijn openbaar, en daar mag je dus aan land komen. De overige 58 zijn in particuliere handen. Gelukkig kan je afhankelijk van de windrichting op zeer veel plaatsen ankeren of aan een mooring gaan liggen. Voor de kust liggen nog 3 grote eilanden, die zeker in de zomervakantie maanden zeer druk bezocht worden. Alles bij elkaar wordt deze streek ook wel de Franse Gordel van Smaragd genoemd. Inderdaad is het er goed toeven en hebben we prachtig weer, zodat het in het zonnetje erg mooi eruit ziet.
Een van de aanbevolen plaatsen, die je bezocht moet hebben als je in de Baai van Morbihan vaart is Vannes. Een heel oude stadkern uit de Middeleeuwen, met vele oude gebouwen  en een levendig centrum. Niet alleen het stadje is de moeite waard, ook het binnenvaren is een belevenis op zich. Je vaart door 'n zeer smalle strook, die ook nog eens begrensd wordt door de tijd. Slechts 2,5 uur voor tot 2,5 uur na hoog water kan je er komen, omdat anders te weinig water staat. Voor de stad ligt er een draaiburg, die alleen op gezette tijden open gaat.
Op het havenkantoor hangt er een schema van de openingstijden voor de komende maanden.
Het is een gezellige drukte in de stad, veel voorbereidingen voor het bezoek van de renners van de Tour de France op 12 juli en de festiviteiten van 14 juli. De viering van het ontstaan van de republiek wordt hier in het stadspark, tegen de vestingsmuur nagespeeld met een groot vuur als afsluitstuk.
Wij hoorden dat er op 11 juli ook nog een Moody anniversary wordt gevierd, wat opzich erg leuk is om ook mee te maken. We zitten een beetje in twijfel. Komen we hier volgend weekend terug of niet ...

Verder naar het oosten ( 4 en 5 juli)

We varen van Port Louis naar Trinity sur Mer, ook weer een zeilersdorp, waar vooral veel echte grote catamarans en trimarans gebouwd worden. s'Avonds lopen we de slenteren over de boulevard en bekijken we twee reuze exemplaren.

Ons eigen scheepje ligt er dan zeer bescheiden bij.

Daar vandaar gaan we de baai van Morbihan in, die vooral bekend staat om z'n stroming aan de ingang. Even rekenen en zorgen dat je met stroom mee naar binnen wordt geslurpt. Bij de ingang viel het wel op dat we een van de zeer weinige schepen waren, die erin gingen ipv eruit. Hoewel we een snelheid door het water van 6 knopen maakten, verplaatsen we ons slecht 1,5 knop over de grond. Kortom een van ons had een misrekening gemaakt en verkeerd op de getijdentabel gekeken. Ipv de vloedstroom zaten we midden in de ebstroom en moesten we alle motor power bij zetten om niet achteruit te gaan ipv vooruit. Gelukkig is er vlak voor de echte ingang nog een klein baaitje, Port Navalo, waar we toen maar even een paar uur gewacht hebben. We hebben het zondag-uitje, de rommelmarkt bezocht (stonk net zo stoffig als bij ons :) en hebben geheel volgens Franse gewoonte heerlijke Moulus met frites gegeten tussen de middag. Na een paar uur zagen we dat de stroming omgedraaid was en zijn we de rivier Auray opgevaren tot een mooring bij het plaatsje Bono.
Wandeling gemaakt, oa gelopen over een oude loopbrug en ijsje gehaald.


Een vergissinkje ...

Vanwege het toch wat frisse zeewater heb ik in Lorient een shorty (korte neopreen surfpak) gekocht met groene voorstukken. In Port Louis probeer ik em uit. Zit als gegoten en ben binnen 2 min door. Geweldig!
Nico is niet zo'n zwemmer, als 't water warm genoeg is, drijft hij vooral wat rondjes en als het echt niet anders kan, dan wil hij weleens een zwemslag maken. Maar hij vindt het wel erg leuk om vooral iemand onverwachts te benaderen en te laten schikken. Ik, daarentegen, hou wel van een stukkie zwemmen.
Nico ziet groene stukjes van een shorty en benadert zo onopvallend mogelijk. Hij blijft erachter zwemmen en knijpt in de billen van de shorty. Een oude man draait zich om, kijkt verschikt op en vraagt in het Frans van hiervan de bedoeling was ....
Met schaamrood op de kaken, weet Nico geen Frans woord uit te brengen (ha, ha......)

Cultuur happen

Na anderhalve dag onthaasten begint het toch weer te kribbelen. We vertrekken van deze eilandengroep en varen in een paar uurtjes naar Lorient, een Franse zeilstad bij uitstek. Overigens valt het ons op dat de zeilsport in Frankrijk heel wat meer fans heeft dan wij in Nederland gewend zijn.
De aankomst bij Lorient is indrukwekkend, omdat de ingang aan stuurboordzijde gedomineerd wordt door een heel oude burcht
We bezoeken het museum complex City de la Voile Eric Taberly, genoemd naar de legendarische zeilheld Eric Taberly, die naam heeft gemaakt doordat hij in de vorige eeuw tig zeilwedstrijden rond de wereld gewonnen heeft. Ook voor niet zeilers is dit een zeer leuk, interactief museum. Museum 'nieuwe stijl', zeg maar. Echt een aanrader, als je in de buurt bent.
Omdat we vooroorlogse voorzieningen in de jachthaven aantreffen, vertrekken we de volgende dag naar de overkant, naar Port Louis, waar we het tegendeel ervaren. Plus een zeer vriendelijke ontvangst en een lieflijk Bretons dorpje. We bezoeken natuurlijk de burcht, waar ook weer 3 musea in gehuisvest zijn en nemen een duik in het water.

maandag 6 juli 2015

Luxe problemen

Nadat ik de vorige keer meer dan anderhalf uur ben bezig geweest om slechts 6 korte berichtjes op dit blog te krijgen, die ook nog eens helemaal 'ge-prefab'  waren (in Word docu opgezet - alleen plakken en knippen), ontga mij de lust een beetje.
Ook hebben we problemen met de nieuwe Go Pro, omdat de gratis Wifi verbindingen overal wel erg traag zijn en daarom moeite heeft om programma's te downloaden.
Hoewel het materiaal klaar is, laat het verfraaien van dit blog helaas op zich wachten. Geduld .....

donderdag 2 juli 2015

Onthaast eilanden ( 29 en 30 juni)

Uit één van de pilots halen we de tip om de Isles des Glenan te bezoeken. Een zevental eilanden voor de kust van Concarneau, die nog bijna als onontdekt kunnen worden beschouwd en waar het goed toeven is. Het laatste klopt zeker, maar het eerste is niet helemaal waar. Er varen tig keer per dag  toeristen-dagjesboten af en aan op één van de eilandjes er liggen in totaal zeker 80 moorings her en der verspreid over de eilandengroep. Het is nog vroeg in het zomerseizoen (voor de Fransen) en daardoor is het nog niet zo druk. We luieren, varen rond met de dinghy, lezen en ik zwem in het water van nog geen 18 grd. Tja, het duurt even voordat ik door ben, maar dan is het erg lekker. Ik kan het alleen niet zo heel lang volhouden L

Quimper ( 28 juni)

Met de stroom mee varen we de rivier op tot de allerlaatste mooring. Daar laten we de Bai Sait achter en gaan we verder met ons dinghy (bijbootje) naar Quimper. Het is zondag en zoals we nu weten, zijn de Franse straten dan uitgestorven. Dimanche is de familiedag bij uitstek: aan de oevers van de rivier worden hier en daar gezellige (familie) feestjes gehouden. Zelfs diverse restaurants in Quimper sluiten al om 15.00 uur hun deuren. Graag hadden we de 13de eeuwse kathedraal Saint Corentin willen bezoeken, maar er is een dienst gaande. 

Rivier de Odet ( 27 juni)

Het vroege opstaan wordt rijkelijk beloond met een schitterend uitzicht op de kust: prachtige zandstranden met veel groen ertussen. De zon doet zo z’n best, dat we het gevoel hebben dat we op een barbecue liggen. We zetten de bimini (zonnetent) op om enigszins beschutting te hebben. Aan ’t eind van de middag varen we de rivier de Odet op, tussen Benodet en Saint Marine. De oh’s en ah’s zijn niet van de lucht. s’Avonds slenteren we over de boulevard en genieten van al ’t moois om ons heen.


Een eigen terras op het achterdek.

De 24 uur van l'Aber Wrach

Vierentwintig uur van l’Aber Wrach
Na een kort nachtje worden we s’morgens door de havenmeester wakker gemaakt. Het is grijs buiten, het motregent. We maken een route planning voor de komende dagen en halen weerkaartjes op . Dit duurt zomaar 2 a 3 uur met trage Wifi verbinding. Ondanks het grijze wolkendek loop ik te stralen over het haventerrein. Wat zijn we toch een stelletje bofkonten, dat we dit mogen meemaken.
s’Middags lijkt het zonnetje z’n best te willen doen, maar tegen 5 uur borrelen we noodgedwongen onder de buiskap. Op tijd naar bed, want we willen met het tij de Raz du Seine door (we vertrekken midden in de nacht). Dit is een stukje zeer woelige zee, die de poort is voor de Golf van Biskaje. Het water van de Atlantische Oceaan botst hier tegen een uitstekende rotspunt. Doordat de terugkaatsende golven in botsing komen met de aankomende golven ontstaat er een onrustig golfpatroon en grondzeeën.  Als dan de wind nog tegengesteld is aan de getijstroming, moet je zorgen dat je dit stukje zee vooral vermijd (dus omvaren langs eilandjes, die daar liggen voor de kust). Gelukkig is de wind erg rustig en is het hoogstens wat oncomfortabel te noemen.

We geven elkaar een hug op het bereiken van de Golf van Biskaje. 

Zon, zon en nog eens zon ..... maar geen wind (24 en 25 juni)

Zon, zon en nog eens zon  ....  maar geen wind (24 en 25 juni)
Na een heerlijke genietdag verlaten we Guernsey via de oostzijde van het eiland. Vanaf nu hebben we een nieuw vaargebied voor ons. Wat een schitterend uitzicht, echt prachtig. De eerste shot gefilmd met de net aangeschafte Go Pro, maar het resultaat is nog niet publiceer-baar. Het is de eerste dag dat ik in bikini op het voordek zou kunnen gaan liggen. Maar ook al is het zeer rustig op zee, ik blijf liever in de veilige kuip. Door onnauwkeurig insmeren met factor 50 ontstaat er een s’ávonds een nieuw soort Mondriaan op m’n buik en onderarmen.
Als ik mij in de avond staat om te kleden in de achterhut, geeft Nico een kreet. Nog half m’n t-shirt over m’n hoofd heen trekkend, ren ik aan dek en zie nog net 2 keer een dolfijn langszij springen. Het blijft iedere keer weer mooi om te zien. Omdat niet alleen de dolfijn op film staat, maar ook mijn borstjes in vol ornaat, moeten jullie nog wachten op beeldmateriaal van een volgend flipper bezoek J

s’Nachts lopen we l’Aber Wrach aan, een klein plaatsje vlak boven Brest.

Eindelijk het vakantiegevoel

Op Guernsey hebben we een prachtige zonnige dag en doen voor het eerst in zoveel weken eigenlijk heel weinig. We rommelen wat aan boord, drinken een kopje koffie/thee of een zonnig terras, lunchen daar ook ergens, slenteren door de winkelstraatjes (Nico laat z’n haar knippen), lounchen weer uitgebreid bij de Yachtclub Guernsey met schitterend uitzicht op zee en vervolgens eten we bij een tentje aan de haven.
Eindelijk lijken we los te kunnen komen van de dagelijkse beslommeringen en gaat het tempo automatisch een tandje lager. Het genieten begint nu pas goed.

Een krasse Guernseyaanse man

Op weg naar de bakery liep ik langs een kademuur. Een wat oudere man, 68 – 72 jaar, gekleed in ruitjes korte broek, blauw Oxford poloshirt en een mannensjaaltje, was bezig om langs de smalle ijzeren trap van zo’n 20 m. omhoog te klimmen. Het was eb en het water stond laag, zo’n 15 m. onder de kademuur. Ik bleef even staan kijken, omdat hij nog enkele lijnen bij zich had. Bovenaan gekomen begon hij de lijnen over elkaar heen te leggen en met een ingewikkelde constructie naar beneden te leiden. Ik begroette de man en vroeg hoe hij de lijnen knoopte en rangschikte. Met deze lijnen kon hij zijn bijbootje vanaf onderaan de trap mee naar zich toehalen, waarmee hij naar zijn zeilbootje, die even verderop n de haven lag, kon roeien. Hij had er een nachtje op geslapen, omdat hij het onderwaterschip had schoongemaakt. Zijn bootje valt bij eb droog en wordt dan ondersteund door palen. Als je dan in de blubber gaat staan, kan je de pokken van de kiel en het onderwaterschip afhalen. Maar daarvoor sta je dan wel  in zeewater van 13,47 grd C, want het blijft slechts een klein uurtje echt laag water en dan stijgt het weer. Een echte stijlvolle krasse Englishman.

Hij toetste of ik wat ik van zijn mooie eiland wist en ook al bezocht had. Daarna namen we vriendelijk afscheid.Een krasse