Onderweg naar Honfleur, weer zo'n kippe eindje van wel 12 mijl, laat de wind het afweten en moet dus de motor aan. Maar dat wordt een hele uitdaging, want ook onze versnellingsbak laat het vaak afweten en valt dus regelmatig uit zijn werkstand. Daarom varen we tot aan de riviermonding van de Seine achteruit ipv met de boeg naar voren. Hier keren we om en pakken het stroompje mee tot aan de sluis van Honfleur.
De volgende dag wordt de gear box geleverd en Nico kan aan de gang gaan. Ondertussen is de temperatuur opgelopen tot tropische waarden en is het hard zweten voor hem in zo'n nauw machinekamertje.
Honfleur behoeft haast geen introductie: het is de toeristen trekpleister van Normandiƫ. Een Middeleeuws handelsstadje, wat geheel behouden is en niet ten onder is gegaan aan de Duitse luchtaanvallen in de 2de WO. De binnen jachthaven ligt ingesloten aan terrassen, die van s'morgens half 10 tot s'nachts 1 uur bevolkt zijn. In de achteraf straatjes vind je tig galerijtjes en boutiques. Behalve veel oude gevels/gebouwen heeft Honfleur ook een aantal particuliere mooie, goed onderhouden parken, die overdag opengesteld worden voor het publiek.
Het enigste minpuntje van dit stadje is het strand. Bij laagwater kan je niet het water in, omdat het zich terugtrekt tot voorbij de lage strekdam bij de vaargeul. Daarnaast ziet het water er gewoon smerig uit, het zicht in het water is amper 10 cm. Het lijkt erop dat de steden Royan en Parijs, die verderop de rivier de Seine liggen, toch wel wat vuil lozen in de rivier. En of dat nog niet genoeg is, is het uitzicht ook miserabel. Recht tegenover dit strand ligt het industriegebied van Le Havre. Hadden ze er geen decordoek voor kunnen hangen?
Dus hoewel het 2 dagen erg warm weer is, kom ik niet verder dan pootje baden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten